Financial spotlight – Juli 2024

Spotlight
Geplaatst op

MACRO-ECONOMISCHE CONTEXT: Het dilemma van de centrale banken

Moeten zowel de ECB als de Amerikaanse FED hun rentevoeten verlagen? En zo ja, aan welk tempo? Eind 2023 leek het evident dat het monetaire beleid snel en sterk zou versoepelen aangezien het spookbeeld van aanhoudende inflatie was verdwenen. Vandaag is de overheersende visie anders. De verwachting is dat er inderdaad een versoepeling aankomt – in de eurozone is een eerste, zeer bescheiden aanzet al gegeven – maar in een veel gematigder tempo dan 9 maanden geleden werd verwacht. De reden voor deze belangrijke inflexie is dubbel: de inflatie vertoont tekenen van weerbarstigheid en de Amerikaanse economie glijdt niet af naar een recessie die, gezien de hogere rentevoeten, als onvermijdelijk werd beschouwd. Waarom de rente verlagen als de economische activiteit relatief goed standhoudt en de inflatie nog niet onder de drempel van 2% is gezakt, waarop de centrale banken zich focussen?

Wat brengt ons de toekomst? Het antwoord op deze vraag is van primordiaal belang in de beleggingsstrategie. De minst slechte aanpak is uit te gaan van een zekere rationaliteit – hoewel we weten dat dit op de financiële markten lang niet altijd van toepassing is – en de voor- en nadelen van een meer of minder soepel monetair beleid te evalueren, hen een gewicht te geven en zo tot een scenario te komen. De synthese van dit proces vindt u hieronder.

Voor een snelle rentedaling

Het eerste argument voor een merkelijke verlaging van de officiële korte-termijn rente is de toestand van de economie. Toegegeven, de Verenigde Staten zijn, ruimschoots, ontsnapt aan de zo vaak aangekondigde recessie en de arbeidsmarkt blijft aan beide zijden van de Atlantische Oceaan in goeden doen, maar de voorlopende indicatoren zijn minder rooskleurig. In België, een interessante kleine microkosmos, blijkt uit een enquête van Voka, de Vlaamse werkgeversorganisatie, dat slechts 13% van de ondervraagde bedrijfsleiders de economische situatie positief inschat, terwijl de helft negatief of zelfs zeer negatief is. Tot op heden lijken de oplopende inflatie en de stijging van de rentevoeten tussen 2021 en 2023 de economieën van de geïndustrialiseerde landen niet te veel pijn berokkend te hebben, maar men dient rekening te houden met een zeker vertragingseffect.  

Het tweede argument heeft betrekking op de inflatie. Die is weliswaar nog niet teruggekeerd naar 2%, maar er is sprake van een zekere inertie in de wijziging van de consumptieprijzen. Objectief gezien ging de de-escalatie van de inflatie, na haar piek van meer dan 10%, spectaculair snel. Bovendien weten we dat de methodologie om inflatie te meten onvolmaakt is. Denken we maar aan huisvesting of het substitutie-effect tussen producten waarvan de prijzen niet in dezelfde mate stijgen of waarvan de kwaliteit wijzigt. Als we daaraan toevoegen dat een inflatiedoelstelling van 3 of zelfs 4% theoretisch gezien zinvoller is dan een doelstelling van 2%, dan staat de huidige inflatie een renteverlaging niet in de weg. En als kers op de taart is de effectiviteit van het rentewapen twijfelachtig – de economische kost is met andere woorden te hoog – indien de inflatie veroorzaakt wordt door problemen aan de aanbodzijde in plaats van aan de vraagzijde. Een strikter concurrentiebeleid is in dit geval meer aangewezen dan een restrictief monetair beleid.  

Een derde reeks argumenten heeft betrekking op de nefaste effecten van hoge financieringskosten. Door de officiële rentetarieven op het huidige niveau te houden, lopen de financieringskosten van de met schulden overladen overheden op. Dit beperkt hun mogelijkheid om beleid te voeren en investeringen te financieren. In het bijzonder zou de publieke en private financiering van de milieutransitie door deze rigide keuzes worden belemmerd.

Download het volledige artikel in PDF-formaat

Etienne de Callataÿ – etienne.decallatay@orcadia.eu

Contacteer ons:
ORCADIA Asset Management – Ecoparc Windhof

13, Rue de L’Industrie – L-8399 Windhof – Luxemburg
Tel.: +352 27 40 17 20 – info@orcadia.eu
Verantwoordelijke uitgever: Geert De Bruyne – Geert.Debruyne@orcadia.eu

Hoewel de in dit document verstrekte informatie is opgesteld op basis van bronnen die als betrouwbaar beschouwd kunnen worden, is het onmogelijk om de nauwkeurigheid of de volledigheid ervan te garanderen. De geuite meningen kunnen zonder voorafgaande kennisgeving aan wijzigingen onderhevig zijn. Dit document kan niet worden beschouwd als een beleggings-, juridisch of fiscaal advies. Daarom raden wij de lezer sterk aan om, alvorens een beleggingsbeslissing op basis van informatie in dit document te nemen, contact op te nemen met hun adviseurs. Een in het verleden gerealiseerde prestatie is geen garantie voor een toekomstige prestatie. De waarde van effecten is aan veranderingen onderhevig en kan derhalve niet worden gegarandeerd. Geen enkele reproductie van dit document is toegestaan, noch geheel, noch gedeeltelijk zonder de expliciete en voorafgaandelijke toestemming van Orcadia Asset Managemen